Twee weken geleden waren de belangrijkste bestuurders van het land in Groningen. Niet om iets te komen brengen, geld of een nieuw plan, maar om verhalen op te halen van inwoners van het aardbevingsgebied. Er wordt geluisterd naar de verhalen van bewoners. Om van te leren, te bedenken hoe het beter kan worden aangepakt.

Want communicatie is juist waar het aan ontbreekt, wordt er gezegd. Daar zal wat aan gebeuren, door in elk geval iets te laten horen, ook bijvoorbeeld dat er nog geen nieuws is. Dan zullen er brieven komen, in elk geval om toch te blijven communiceren. En wat heb je daar dan precies aan? Misschien wel meer dan je denkt. Want hoewel het zeker niet het enige is, is communicatie inderdaad een heel centraal thema. Scheuren in huizen, schuren en mestkelders leveren schade op, maar de echte pijn zit ‘m vaak net even ergens anders. Namelijk bij hoe lang het wachten duurt, bij de dikke rapporten, bij de steeds veranderende regelgeving waardoor niet alleen dorpen, buurten maar ook schade-experts en juristen onder geweldige druk komen te staan, bij het serieus worden genomen. Het zijn van die dingen die vaak worden uitgedrukt als “je gehoord voelen”. Daarmee bedoelen mensen niet dat er alleen naar hen wordt geluisterd, maar dat ze worden meegenomen in een gesprek. Dat er van verschillende kanten input komt en dat de dingen die je zegt ertoe doen. Communicatie lijkt mij te gaan over elkaar serieus nemen en samen in gesprek zijn. Daarmee is het meer dan soms eens luisteren, dan weer eens zenden. Je communiceert om elkaar te begrijpen en een weg te vinden. En als daarin de bewoner centraal moet staan, bedoel je daar waarschijnlijk mee dat het verhaal en de situatie van de bewoner dient als uitgangspunt, van waaruit je gezamenlijk op zoek gaat naar een goede uitkomst.

Dat lijkt niet al te ingewikkeld, maar dat verhaal is inmiddels al behoorlijk complex geworden. En het is niet het enige verhaal, want de buren hebben er ook zo een, alleen wel net even anders. Hetzelfde geldt voor tienduizenden andere mensen. En verschillende verhalen bij elkaar vertellen weer iets heel nieuws. In zo’n grootsheid ligt het voor de hand om te communiceren via algemene brieven, protesten, persberichten, doorgeefluiken, of het zelfs maar helemaal te laten zitten. Bovendien vraagt het moed om verharding van toon of rechtlijnigheid te doorbreken, en wantrouwen te respecteren. Het is hard werken om te blijven proberen elkaar te horen, te begrijpen, serieus te nemen. Maar als communicatie de inzet is, kun je er niet omheen dat het ingewikkeld is. Steeds weer vraagt het om de blik open te houden voor het gesprek.

Dat gesprek begint trouwens al bij “hé hallo, hoe is het eigenlijk met je?” Gelukkig is niet alle begin moeilijk.