‘Wie een waarom heeft waarvoor hij kan leven, kan bijna elk hoe verdragen’

Weer een week met bijna onverdraaglijke kost rondom de aardbevingsproblematiek achter de rug. Ik haal er twee nieuwsitems uit. Voor de NAM is het eindspel begonnen met een knuppel in het hoenderhok: wat hen betreft hoeven nog maar 57 woningen versterkt te worden, geen 26.000. Toe maar. En de EO komt met een hartverscheurend item over de kinderen in het aardbevingsgebied die de dupe worden van de schade. Het gebukt gaan onder de stress en de problemen van ouders, de gedwongen verhuizingen, het verlies van vertrouwen in de overheid en in het leven.

De uitspraak van de NAM: de zoveelste fysieke en psychische stressreactie. Dat de stress je dan ineens weer de adembeneemt, op je borst drukt, de woede doet oplaaien, die nergens naar toe kan. Wie moet je aanpakken? En ik weet ook van de ouders die ik spreek dat het item van de EO precies op de pijn van het verdriet drukt. De moeder die op het eind in tranen schiet en zegt dat ze haar kinderen een andere jeugd gunde, en dat het niet meer ingehaald kan worden. Hoe vaak heb ik dat al niet gehoord.

Hoe verdraag je dit? Aanhoudend, dag na dag, week na week, maand na maand, jaar na jaar? Hoe? Hou dan? Daar gaan veel van onze gesprekken over. Ook al kiezen mensen daar verschillend in, de voortdurende onzekerheid en machteloosheid, de voortdurende stress, woede, angst en verdriet, de onverdraaglijkheid daarvan wordt heel breed gedeeld. De keuze is dan grotendeels: fight, fly of freeze. Vaak onbewust gemaakt.

Vechten: knokken, doorgaan, niet opgeven, voor je eigen recht en dat van anderen, het je niet laten gebeuren. Een nieuwe procedure starten, alle schades melden, documenteren, samen optrekken, aktief blijven. Gedreven door woede. Resultaat is vaak juist toenemende woede, stress en een herhaling van het gevoel van machteloosheid. Vaak ook een enorm beslag op je eigen tijd en energie. Deze strategie eet de rest van je leven op, als je niet uitkijkt. Het zet veel relaties met anderen, die niet meegaan in het enorme gevecht, onder druk.

Vluchten: fantaseren over een andere woonplek, buiten dit gebied. Dat ook daadwerkelijk proberen te concretiseren. Vertrekken. Of als dat niet mogelijk is een muur proberen te bouwen tussen jezelf en alles wat aan die schade en het hele gedoe herinnert. Niet meer met de activistische buren praten, gewoon, omdat  je het niet meer verdraagt. Het moet gewoon stoppen.
Resultaat is vaak dat je je schuldig voelt, dat je jezelf veroordeelt omdat je afgehaakt bent, schaamte daarover. En de relaties met de vechters worden niet gemakkelijker. Een groot deel van het gemeenschapsleven wordt ontoegankelijk. Ook hier zie je dat je met deze strategie misschien een deel van je leven behoudt, maar ook dat het je leven aanzienlijk kleiner en beperkter maakt.

En dan nog freeze. Misschien wel de allergevaarlijkste reactie. Bevriezen. NIets meer doen, niets meer kunnen, niets meer ondernemen. Binnenvetten. Alles wordt leeg. Niet meer kunnen voelen, niet meer kunnen denken. Leven op de automatische piloot. Teruggetrokken, alleen. Het leven wordt nu bijzonder klein.
Dit zijn over het algemeen niet de mensen die bij ons aankloppen, wel iets dat herhaaldelijk terugkeert in de levens van de mensen die we zelf tegenkomen. Soms tussen vechten en vluchten door, bij periodes. Soms helpt antidepressiva. Maar mij bekruipt dan altijd het idee dat we een medicijn inzetten tegen iets dat geen ziekte is, maar een reactie op een abnormale situatie.

En dan ineens komt ergens op het net de uitspraak voorbij van Nietzsche, waarmee ik deze blog hierboven open: Wie een waarom heeft waarvoor hij kan leven, kan bijna elk hoe verdragen. Dat zie ik ook: mensen die de woede, de angst, de onzekerheid, het verdriet tegenkomen, er bijna in ondergaan, maar daar elke keer weer uit omhoog komen. Omdat je weet waar je het voor doet. Voor je kinderen, voor de boerderij van je ouders, voor Groningen, voor de trots van Groningers, om het landschap, om je kerk, je voetbalclub, je dorp, je dieren en alles wat dat allemaal betekent. Het betekent niet dat je de stress niet voelt, of dat al die grote emoties aan je voorbijgaan. Maar wel dat je er weer uitkomt, en weer door kunt.

Wie een waarom heeft waarvoor hij kan leven…. Wat is het voor jou?